Informatie over boekhouden... Check onze laatste blogs!

Wat is restwaarde?

De restwaarde, bij auto's ook wel wrakwaarde genoemd, is de geschatte verwachte opbrengst van een productiemiddel bij de verkoop aan het eind van de levensduur. De restwaarde helpt om te berekenen hoeveel er per jaar moet worden afgeschreven op een bedrijfsmiddel.

Door elk jaar een gedeelte van de aanschafwaarde af te schrijven, kan aan het einde van de levensduur het product mogelijk worden vervangen. Naast de restwaarde moet je voor het afschrijven rekening houden met de aanschafkosten en de vermoedelijke gebruiksduur (in jaren).

Hoe bereken ik de restwaarde?

De aanschafkosten bestaan uit de aanschafprijs plus de aankoopkosten en installatiekosten en min eventuele kortingen en subsidies.

De meest gebruikte methode om de afschrijving te berekenen is de lineaire methode. Per jaar wordt er dan een vast percentage van het verschil tussen de aanschafkosten en de restwaarde afgeschreven op het productiemiddel.

Je berekent de afschrijving als volgt:

Afschrijving per jaar = (aanschafkosten - restwaarde) / gebruiksduur

 

Wat is rentabiliteit?

Rentabiliteit, in de volksmond ook wel rendabiliteit genoemd, is de verhouding tussen het inkomen van je onderneming en het vermogen van je onderneming dat nodig was om dit inkomen te genereren. Dus de verhouding tussen de winst en het geïnvesteerd vermogen.

Hoe hoger het percentage rentabiliteit, hoe meer winst er per geïnvesteerde euro gemaakt is. Op basis van de rentabiliteit kunnen ondernemers de beleidsvorming bekijken op de lange termijn en kunnen investeerders berekenen in welk project ze het beste kunnen investeren.

Hoe bereken ik de rentabiliteit?

Als je kijkt naar de winstgevendheid naar verhouding van het totale vermogen in het bedrijf, dan bereken je de Rentabiliteit Totale vermogen (RTV). Dit doe je op de volgende manier:

RTV = (winst + rente + belasting) / gemiddeld totaal vermogen x 100%.

De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) geeft aan hoeveel winst er op het eigen vermogen van de onderneming is gemaakt. Dit is de winst na aftrek van rente en belasting, dus de nettowinst. De REV is een belangrijke graadmeter voor het bedrijfseconomische succes van een onderneming. Je berekent de REV op de volgende manier:

REV = Nettowinst / gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen x 100%.

Wat is de rentabiliteitswaarde?

Der rentabiliteitswaarde is een schatting van de waarde van een onderneming op basis van de rentabiliteit. Deze waarde kan afwijken van bijvoorbeeld de beurswaarde, van de intrinsieke waarde en van de verwervingsprijs van een aandeel. 

Wat is de rentabiliteit van vreemd vermogen?

De rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV) geeft aan hoeveel winst er wordt gemaakt op het vreemd vermogen dat is aangetrokken. 

Voor de verschaffers van het vreemd vermogen is de rentabiliteit van het in de onderneming geïnvesteerde vermogen gelijk aan het afgesproken interest-percentage. De onderneming beschouwt deze betaalde interest als kosten.

Op basis van de RVV kunnen investeerders berekenen in welk project ze het beste kunnen investeren. In de praktijk wordt er naast de RVV ook rekening gehouden met welk risico er wordt gelopen op een bepaalde investering.

RVV = betaalde interest / gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen   x 100%

 

Wat is het rekeningschema?

Het rekeningschema is een lijst van grootboekrekeningen (of tegenrekeningen) waarmee alle ingevoerde boekstukken zoals facturen, bonnen en afschriften worden gecategoriseerd. Het is dus een verzameling van financiële categorieën.

In boekhoudprogramma's staan deze categorieën al voor je ingesteld. Daarom is veel kennis van rekeningschema's tegenwoordig niet echt meer nodig. Er zijn in principe drie hoofdgroepen van categorieën in het rekeningschema:

  • Omzetcategorieën, hierin staan alle verkopen (de omzet).
  • Kostencategorieën, hierin staan alle kosten.
  • Balanscategorieën, hierin staan de bezittingen en schulden

Een rekeningschema is bedoeld om op één bepaalde manier codes toe te kennen aan de verschillende grootboekrekeningen. Zo kan je gemakkelijk informatie vinden over facturen / bonnetjes / afschriften voor één bepaalde grootboekrekening.

Voor verschillende sectoren zijn verschillende rekeningschema's te vinden. Een overzicht van een algemene indeling voor een rekeningschema vind je bijvoorbeeld op de site Boekhouden voor Beginners.

Wat is een uniform rekeningschema?

Een uniform rekeningschema is een rekeningschema met codes die door alle bedrijven hetzelfde gebruikt worden in een bepaalde sector.

 

Wat is quick ratio?

De quick ratio laat zien of je bedrijf op dit moment in staat is om de vorderingen van je crediteuren te betalen. Het berekent in hoeverre je beschikt over direct beschikbare liquide middelen om onmiddellijk de schuldeisers te kunnen betalen. Let op: bij de quick ratio worden de in het bedrijf aanwezige voorraden buiten beschouwing gelaten. 

De post 'openstaande debiteuren' mag wel worden meegerekend bij de berekening van de quick ratio. Je vorderingen zijn namelijk in geval van nood onder bepaalde voorwaarden te verpanden aan bijvoorbeeld een bank. Hoe bereken je nu de quick ratio?

Hoe bereken ik de quick ratio?

Je berekent de quick ratio op de volgende manier:

  • Quick ratio = Vlottende activa (exclusief voorraden) + Liquide middelen / Kortlopende schulden.

Als de waarde tussen 0.5 en 1 zit, dan zit je goed. Je moet wel rekening houden met de betalingstermijnen. Als je debiteuren later betalen dan je crediteuren kan men bij een waarde van 1 toch in gevaar komen. 

Net zoals bij de current ratio zit er aan de berekening van de quick ratio een groot bezwaar. De gegeven informatie is meestal enigszins verouderd. Het betreft namelijk een momentopname waardoor een kortlopende schuld die kort na balansdatum wordt aangegaan.

 

Wat is een privé-storting?

Privéstorting zijn stortingen die vanuit je persoonlijk bezit in je onderneming worden gebracht. 

Bijvoorbeeld geld dat je stort vanaf een privérekening of goederen die vanuit je privévermogen in je onderneming inbrengt (auto, computer, etc.).


Als je een storting vanuit privé doet, stijgt het vermogen van je onderneming. Privéstortingen vormen echter geen ondernemingswinst omdat het geen zakelijke inkomsten zijn.

Bij de fiscale winstberekening mag je deze daarom buiten beschouwing laten.

 

Wat is een privé-onttrekking?

Privéonttrekking is een uitgave voor jezelf die je hebt betaald uit je ondernemersvermogen. Deze onttrekkingen verminderen dus het vermogen van je onderneming. 

De kosten zijn helaas niet aftrekbaar van de ondernemerswinst. Het zijn namelijk geen zakelijke kosten

De meest voorkomende privéonttrekkingen zijn contanten (cash) of in goederen. Daarnaast zijn ook het privégebruik van een auto van je onderneming en het privégebruik van de zakelijke woning voorbeelden van privéonttrekkingen.

 

Wat is het ondernemersvermogen?

Ondernemersvermogen is het vermogen dat op de balans van de onderneming staat. 

Dit is de waarde van alle bezittingen van uw onderneming min de waarde van alle schulden van uw onderneming. Als ondernemer heb je soms wel of niet de keuze bepaalde bestanddelen in de onderneming te plaatsen (en dus als ondernemingsvermogen te zien). Dit is afhankelijk van een aantal factoren. Het vermogen staat op de balans.

Elementen die je verplicht moet opnemen zijn:

  • Vermogensbestanddelen (nagenoeg) uitsluitend voor de bedrijfs- of beroepsuitoefening, zoals fabrieksgebouwen, kantorenpanden, vrachtauto's en dergelijke.
  • Door de bedrijfs- of beroepsuitoefening ontstane vorderingen en/of schulden (bijvoorbeeld een lijfrenteverplichting).

Als een vermogensbestanddeel in een huwelijksgemeenschap valt, kan het nog steeds in zijn geheel tot het ondernemingsvermogen behoren van de echtgenoot die de onderneming drijft.

Binnen 'grenzen der redelijkheid' spelen bouw, ligging en indeling van uw pand een rol. Een woning behoort tot het keuzevermogen als meer dan 10% van de inhoud daarvan zal worden gebruikt voor de onderneming. Splitsing van je pand is vaak wel mogelijk als bijvoorbeeld het winkelgedeelte en het woongedeelte eigen ingangen en voorzieningen hebben, waardoor een deel in het ondernemingsvermogen en een deel in het privévermogen valt.

Daarnaast wordt dit bij personenauto's bepaald door de mate waarin de auto zakelijk of privé wordt gebruikt. Een auto die naar verwachting op jaarbasis voor minder dan 500 km privé wordt gebruikt moet worden gerekend tot het ondernemingsvermogen.

Voor sommige vermogensbestanddelen heb je 'binnen de grenzen der redelijkheid' de vrije keuze het vermogensbestanddeel in het geheel in het privévermogen of in het geheel in het ondernemingsvermogen te laten vallen.

Het betreft vermogensbestanddelen die niet alleen voor zakelijke doeleinden worden gebruikt en die ook geen uitgesproken privékarakter hebben (te denken valt aan een pand dat u gedeeltelijk voor bedrijfsdoeleinden en gedeeltelijk voor persoonlijke doeleinden gebruikt en personenauto’s die je ook zakelijk gebruikt).

Het ondernemersvermogen noemt men ook wel het eigen vermogen of het eigen kapitaal van een bedrijf. Het eigen vermogen is het saldo van alle bezittingen enerzijds en alle schulden aan derden anderzijds, van een onderneming. Het eigen vermogen vind je aan de rechterzijde, de creditzijde van de balans. Het eigen vermogen is, samen met de schulden, onderdeel van de zogenaamde 'passiva' op de balans.

Dit is omdat het eigen vermogen wordt gezien als schuld aan de eigenaars van het bedrijf. Het eigen vermogen is het kapitaal dat meteen beschikbaar is en bij het bedrijf zelf hoort. Wanneer je bijvoorbeeld een betaalrekening hebt voor het bedrijf met een geldbedrag erop, dan kan dit bij de post 'eigen vermogen' gezet worden.

Het eigen vermogen neemt af wanneer: de onderneming verlies lijdt, door het uitbetalen van dividend, door afschrijving en/of door een kapitaal-terugstorting of privéonttrekking. Het neemt toe wanneer de onderneming winst maakt en door een kapitaalstorting/privétoevoeging. Het eigen vermogen is bij een gezond bedrijf positief.

Hoe bereken ik het ondernemersvermogen?

Er zijn verschillende manieren om het eigen vermogen te berekenen. De meest eenvoudige manier is de onderstaande manier

Eigen vermogen = Activa (bezittingen) - Passiva (schulden)

De bedragen voor activa en passiva vind je terug op de balans.